Algemene informatie

Op deze pagina vindt u meer inhoudelijke informatie over:            

  • de ervaringsvormen van de cultuureducatie
  • het vervoer
  • ouders bij voorstellingen?

Het doel is om kinderen tussen de vier en twaalf jaar kennis te laten maken met kunst en cultuur, zodat ze de kans krijgen zich op dit gebied te ontwikkelen. Jaarlijks wordt er een programma samengesteld voor alle deelnemende scholen uit Oldenzaal. Elke leerling kan via dit programma jaarlijks aan één activiteit deelnemen. Dit programma wordt samengesteld op basis van het zogenaamd ‘Kunstmenu’; een methode waarbij er voor wordt gezorgd dat leerlingen in acht jaar tijd kennis kunnen maken met veel facetten van kunst en cultuur. Zij zullen in die tijd ook kennis kunnen maken met een groot aantal van de culturele locaties in Oldenzaal. Het aanbod bevat de disciplines beeldend, drama, muziek, cultureel erfgoed, dans en literatuur/digitale geletterdheid.

Naast het aanbod van de lokale culturele instellingen streven wij er naar om meer gebruik te maken van lokaal aanbod van amateur- en semi-professionele kunst. Lokale kunstenaars kunnen een toegevoegde waarde hebben.

Belangrijk: nadat u bent ingedeeld is deelname niet vrijblijvend. Bij verzuim zullen de kosten van de activiteit alsnog aan de school in rekening worden gebracht, tenzij er zwaarwichtige redenen zijn. Zie hiervoor het 'Reglement inschrijvingen'.

Als de activiteit op locatie is, draagt u zelf zorg voor het vervoer van de leerlingen. 

Het aanbod wordt bekostigd door een jaarlijkse bijdrage van de scholen, subsidie van de provincie Overijssel en de gemeente Oldenzaal en door het eventuele resultaat van fondsenwerving.

Ervaringsvormen

 In het onderwijs kan men gebruik maken van drie verschillende leervormen:

  • Actief: Leerlingen beoefenen zelf een cultuurdiscipline zoals bijvoorbeeld dans, drama, schilderen of zingen. Zij leren zich kunstzinnig uitdrukken, ontwikkelen tevens kennis van materialen, gereedschappen en instrumenten en verwerven hiernaast vaardigheden en technieken.
  • Receptief: Leerlingen kijken of luisteren naar professionele producten zoals een theatervoorstelling, concert of tentoonstelling. Ze leren kenmerken, stijlen en stromingen herkennen en doen hiernaast kennis van termen en begrippen op.
  • Reflectief: Leerlingen ‘beschouwen’ bijvoorbeeld kunstproducten; zij denken, lezen, praten er over en wisselen van gedachten met elkaar. Bij zowel actieve als receptieve cultuurbeoefening kan reflectie plaatsvinden. Reflectie op de ervaring en het eigen productieproces en de analyse hiervan vormen de essentie van cultuureducatie.

De combinatie van actieve, receptieve en reflectieve elementen levert de effectiefste vorm op van cultuureducatie. Bij de organisatie en keuze van het aanbod wordt rekening gehouden met deze leervormen.

Vervoer van en naar cultuureducatieactiviteiten

 Het vervoer van de kinderen van en naar de locatie waar een culturele activiteit plaats vindt is een verantwoordelijkheid van de school zelf. Eventuele kosten die hiermee samenhangen zijn voor rekening van de school. In de afgelopen jaren hebben scholen dat op de volgende manieren opgelost:

• lopen
• fietsen
• ouders die met de auto rijden
• bus huren
• openbaar vervoer

Welke keus wordt gemaakt is afhankelijk van de afstand die overbrugd moet worden en de leeftijd van de kinderen. Daarnaast spelen verschillende factoren een rol. Denk daarbij aan de beschikbare financiële middelen, of alle kinderen een fiets hebben, of ouders de mogelijkheid hebben om te rijden.

Ouders bij voorstellingen?

Alleen als er voldoende vrije stoelen zijn, kunnen begeleidende ouders de voorstelling bijwonen. Heel vaak is het wel mogelijk om ouders te plaatsen, maar wij vragen uw begrip als dat niet lukt. We vragen u ook om de ouders hierop voor te bereiden. Dit om teleurstellingen te voorkomen.

Interne Cultuur Coördinator / ICC'er

Elke school heeft een contactpersoon die de verbindende schakel is tussen school, CEPPO en het ICC-netwerk. Deze contactpersoon (over het algemeen een geschoold ICC'er) is het enige aanspreekpunt. Dit om misverstanden te voorkomen.
Hij of zij maakt onder andere afspraken met CEPPO, bewaakt de budgetten en houdt het overzicht welke groepen aan welke activiteiten deelnemen.
De ICC'er is inhoudelijk deskundig en is in staat om cultuureducatie op schoolniveau te implementeren.
Via het ICC-netwerk kunnen ICC'ers ervaringen met elkaar uitwisselen. Er worden vier à vijf maal per jaar netwerkbijeenkomsten georganiseerd. 


Opleiding tot gecertificeerd ICC'er

Het ministerie van OCW zet in op het uitbreiden van het aantal gecertificeerde ICC'ers, bij voorkeur twee per school zodat bij wisselen van baan of (langdurige) afwezigheid er altijd iemand binnen het team is om op terug te vallen. Deze praktische cursus is bedoeld voor leerkrachten uit het primair onderwijs. De ICC cursus biedt scholen de mogelijkheid om een goede infrastructuur voor cultuureducatie op te bouwen in en om de school. 


Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hedwig de Bruijn, directeur Stichting CEPPO:
telefoon 06 – 53 96 91 07 
e-mail: info@ceppo-oldenzaal.nl

Voorbereiding leerlingen

Wij vinden het belangrijk dat deelname aan een culturele activiteit meer is dan een leuk uitstapje voor de leerlingen. Dat vergt een goede begeleiding vóór, tijdens en na de activiteit. U doet uw leerlingen én alle andere betrokkenen hier een groot plezier mee.

Bij de activiteiten wordt vooraf specifiek lesmateriaal verstrekt. Bij het aanbod binnen het Kunstmenu treft u de lesbrief onder een link bij de omschrijving van het aanbod op deze website. Het benutten van de lesbrief is nodig voor een goed verloop van de activiteit.

Begeleiding vóór, tijdens en na de activiteit

Vooraf:
een goed voorbereide groep kinderen beleeft veel meer plezier aan een theatervoorstelling, een expositie of bibliotheekbezoek dan kinderen die onvoorbereid komen. Ze begrijpen beter waar het over gaat, bij sommige voorstellingen kunnen ze actief meedoen met bijvoorbeeld een vooraf geoefend lied, ze weten hoe ze zich moeten gedragen. Het niet voorbereiden van de leerlingen heeft direct gevolgen voor de sfeer en de concentratie tijdens de workshop/voorstelling. Wij merken het echt wanneer een groep is voorbereid. Dat is niet alleen voor hen erg prettig, maar ook voor de culturele aanbieder.

Tijdens:
leerlingen leren al doende hoe ze zich kunnen en mogen gedragen, ook buiten de school. Hier is 'goed voorbeeld doet goed volgen' van toepassing. De begeleidende leerkrachten hebben een voorbeeldfunctie en blijven de verantwoordelijkheid houden over hun groep. Het is soms nodig dat een leerkracht tijdens een voorstelling of expositiebezoek het gedrag van de kinderen bijstuurt. Goed voorbereide groepen hebben aanzienlijk minder sturing nodig, ze zijn vrijwel altijd een enthousiast en betrokken publiek.

Achteraf:
kinderen hebben hulp nodig bij het reflecteren op de activiteit. Ze krijgen dan de kans om uiting te geven aan hun verwondering, bewondering, emoties en vragen en leren om hun mening genuanceerd te verwoorden. Het is goed om na een activiteit bijvoorbeeld in de klas met elkaar van gedachten te wisselen over de activiteit, de persoonlijke ervaring ervan en/of het eigen productieproces. Deze reflectie en de analyse hiervan vormen de essentie van cultuureducatie.

Een combinatie van actieve en receptieve cultuurbeleving en reflectie achteraf levert de effectiefste vorm op van cultuureducatie.